De 3 belangrijkste aspecten van eLearning
De effectiviteit van eLearning hangt nauw samen met hoe je het inzet. Eenvoorbeeld: stel dat jouw werknemers in hun werk enkele gevaarlijke chemicaliën gebruiken, dan moeten ze geïnformeerd worden over hoe ze hier veilig mee om kunnen gaan. Bied je dan een algemene training aan over gevaarlijke chemicaliën (optie 1), of is het misschien effectiever om ze een training voor te schotelen die precies de chemicaliën behandelt waar zij mee werken in de situaties die zij ook daadwerkelijk tegenkomen (optie 2)? De manier waarop ik de vraag stel is natuurlijk al flink sturend. Optie 2 is veel effectiever, omdat die het de deelnemer zo makkelijk mogelijk maakt om de relevante leerstof tot zich te nemen. Hierdoor beklijft het ook beter.
Als je kijkt naar optie 1 is de leerstof minder herkenbaar, er zit veel ruis op de lijn: deelnemers leren dingen die ze niet hoeven te weten, en misschien leren ze ook net niet alles wat ze wél moeten weten. Daarom moeten ze zelf een grote vertaalslag maken naar hun eigen werksituatie en bedrijf. Dit alles maakt de training onnodig zwaar en daardoor ineffectief. De kans is klein dat de deelnemers de juiste informatie oppikken. Optie 2 focust wel op de situatie van de deelnemer en behandelt alleen informatie die de deelnemer gebruikt in zijn werksituatie. Hierdoor is de vertaalslag die de deelnemer zelf moet maken veel kleiner en dat maakt deze optie veel effectiever.
Optie 1 is een voorbeeld van generieke eLearning en optie 2 is een oplossing op maat. Nu zijn sommige onderwerpen natuurlijk prima aan te leren via generieke eLearning. Denk aan een type-cursus, een cursus over presentatie-vaardigheden, onderhandelen of plannen. Of als het gaat over kennisoverdracht die niet bedrijfsspecifiek is, zoals over corona. Toch is het bijna altijd waardevol om ook aandacht te hebben voor de werksituatie van de deelnemer, bijvoorbeeld hoe corona hier invloed op heeft en hoe de deelnemer geacht wordt hiermee om te gaan. En dan heb je het eigenlijk al over een training op maat. In de meeste gevallen raden wij daarom eLearning op maat aan. Daar gaat dit stuk over: als je eLearning op maat ontwikkelt, waar let je dan op? Laten we naar de 3 belangrijkste aspecten kijken.
Aspect 1: De deelnemer moet het idee hebben dat het de training specifiek voor hem of haar is ontwikkeld.
Het gaat hier om de look & feel van de eLearning en hoe de informatie wordt overgebracht. De doelgroep is hier leidend, je zoekt uit wat het beste werkt voor hen en hoe zij het prettigst leren. Je kunt hierbij denken aan weinig tekst gebruiken voor een doelgroep die niet graag leest, of een podcast voor een doelgroep die alleen tijd heeft om te luisteren als ze onderweg zijn. Door de manier van leren af te stemmen op de doelgroep, krijgen ze het gevoel dat de training echt voor hen bedoeld is. Ook een herkenbare look & feel draagt hieraan bij: als een deelnemer vertrouwde logo’s, huisstijl, of gefotografeerde locaties herkent, geeft dit het gevoel dat de training speciaal voor haar of hem is ontwikkeld.
Aspect 2: de training moet alleen content bevatten die relevant is voor de deelnemer.
Dit is de reden waarom het definiëren van leerdoelen voordat je een training gaat ontwikkelen zo belangrijk is. Je wilt precies bepalen wat de deelnemer na het afronden van de training moet kennen en kunnen. Alleen informatie en oefeningen die hieraan bijdragen zijn relevant voor de deelnemer. En misschien lijkt het als ontwikkelaar leuk om toch nog wat achtergrondinformatie toe te voegen of ook wat andere voorbeelden te laten zien, maar als dit niet bijdraagt aan de leerdoelen, dan maakt dit je training minder effectief. Mocht je nou een gevarieerde doelgroep hebben, dan zijn er verschillende manieren om iedereen toch alleen de informatie te geven die ze nodig hebben. Je kunt deelnemers bijvoorbeeld laten aangeven op welke afdeling ze werken en ze een pad laten volgen dat relevant is voor die afdeling, of eerst een diagnostische test laten maken en vervolgens alleen de onderwerpen behandelen die nog aandacht nodig hebben.
Aspect 3: de deelnemer moet het idee hebben dat het de training over zijn of haar werksituatie gaat.
Hierbij gaat het vooral over het gebruiken van realistische praktijkvoorbeelden, situaties die echt gebeurd zijn of die ze regelmatig tegenkomen. Als je voorbeelden gebruikt in een training, ga dan niet voor de hele uitzonderlijke situaties maar dingen die dagelijks kunnen gebeuren. Uitzonderlijke situaties zijn natuurlijk spannend en spectaculair, maar de deelnemer heeft hier uiteindelijk minder aan in de praktijk. Neem de tijd om na te gaan welke situaties echt voorkomen, en gebruik deze als voorbeelden in de eLearning. Dit maakt de training een stuk effectiever.Over het geheel genomen lijken de drie aspecten best op elkaar. Ze liggen ook zeker in elkaars verlengde. Het draait er allemaal om dat je rekening houdt met de deelnemers en dat je de training op hun behoeftes afstemt. Als je tijdens het ontwikkelen van jouw eLearning let op deze drie aspecten, dan zal je al snel een pakkende en effectieve training hebben waar de deelnemers wat van opsteken. De deelnemers zullen je training ook als prettiger ervaren op deze manier.